1 Samuel 11:8

SVEn hij telde hen te Bezek; en van de kinderen Israels waren driehonderd duizend, en van de mannen van Juda dertig duizend.
WLCוַֽיִּפְקְדֵ֖ם בְּבָ֑זֶק וַיִּהְי֤וּ בְנֵֽי־יִשְׂרָאֵל֙ שְׁלֹ֣שׁ מֵאֹ֣ות אֶ֔לֶף וְאִ֥ישׁ יְהוּדָ֖ה שְׁלֹשִׁ֥ים אָֽלֶף׃
Trans.wayyifəqəḏēm bəḇāzeq wayyihəyû ḇənê-yiśərā’ēl šəlōš mē’wōṯ ’elef wə’îš yəhûḏâ šəlōšîm ’ālef:

Algemeen

Zie ook: Bezek (plaats), Juda (stam)

Aantekeningen

En hij telde hen te Bezek; en van de kinderen Israels waren driehonderd duizend, en van de mannen van Juda dertig duizend.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַֽ

-

יִּפְקְדֵ֖ם

En hij telde

בְּ

-

בָ֑זֶק

hen te Bezek

וַ

-

יִּהְי֤וּ

waren

בְנֵֽי־

en van de kinderen

יִשְׂרָאֵל֙

Israëls

שְׁלֹ֣שׁ

driehonderd

מֵא֣וֹת

-

אֶ֔לֶף

duizend

וְ

-

אִ֥ישׁ

en van de mannen

יְהוּדָ֖ה

van Juda

שְׁלֹשִׁ֥ים

dertig

אָֽלֶף

duizend


En hij telde hen te Bezek; en van de kinderen Israëls waren driehonderd duizend, en van de mannen van Juda dertig duizend.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!